Het leven van Arnaud.
Hallo, ik ben Arnaud. Ik woon samen met mijn zusje, mama en papa in een klein huisje net buiten het kasteel. Elke dag werken wij op het land van de kasteelheer. Hij is onze baas. Het is lastig en zwaar werken. Een deel van onze oogst moeten we afgeven aan de heer. We moeten ook af en toe helpen op het kasteel bij een groot feest of banket. In ruil daarvoor kunnen we schuilen in de burcht als er gevaar dreigt. Meestal hebben we voldoende eten, maar soms valt de oogst tegen door het slechte weer of een oorlog. Zo verloor ik mijn kleine broer door een hongersnood. Er sterven ook veel kinderen aan besmettelijke ziektes. |
Het leven van Margaratha.
Hoi, ik ben Margaretha. Bij ons in de burcht is het steeds druk. Er lopen hier dan ook veel mensen rond. Niet enkel familie, maar ook bedienden, het keukenpersoneel, de stalknechten,... Ons kasteel ziet er mooi uit, maar het is er vaak heel koud. Slechts enkele zalen worden verwarmd en verlicht. In de winter worden de vensters dichtgetimmerd met planken. Mijn vriendjes en ik hebben veel plezier tijdens onze tochten door het kasteel. We spelen in de stallen of proberen iets lekkers uit de keuken te nemen. Straks wordt mijn broer 6 jaar. Hij wordt dan opgeleid tot page. Dan moet hij als schildknaap de ridder helpen. Later wil hij dan zelf ook ridder worden. Mijn zus en ik krijgen les om een goede kasteelvrouw te worden. Later zal mijn vader een geschikte man zoeken. Daar heb ik helemaal geen zin in, maar daarover heb ik niets te zeggen. |
OPDRACHT
Neem je werkkatern p. 6 en maak oefening 1 en 2.